top of page
Zoeken
  • johnbouwe

Hallelujah








Ooit, mijmer ik soms, zou ik nog wel eens de Camino willen lopen, naar Santiago de Compostela. Op je gemakje wandelen door een prachtig landschap, enkel de schelpjes volgend. Nergens aan hoeven denken behalve aan de volgende lunchpauze of slaapplek. Voorlopig zit het er niet in. We hebben het nog te druk op Les Cavaleries.


Gelukkig kan ik veel wandelen in onze directe omgeving. Vaak kom ik dan die intrigerende schelpjes tegen. Ik heb laatst een kaart van de Camino gekocht, waarop alle routes vanuit Noord-Europa naar Spanje staan. Want in principe kan elke pelgrim de route beginnen vanaf zijn eigen voordeur. Ook in de mooie streek rondom Les Cavaleries lopen meerdere routes.


Maandag kwam ik op het idee om een pelgrimsarrangement samen te gaan stellen. De Corrèze Camino, zoiets speelde door mijn hoofd. Beginnend vanaf het klooster van Aubazine naar het heiligdom Rocamadour. Het is niet zo dat ik deze route zelf heb bedacht, hij bestaat al eeuwen. Ook nu nog komen er pelgrims naar deze bedevaartsplaats, om te bidden bij het graf van Amadour of in de kapel van de heilige maagd. Santiago de Compostela bereiken schijnt een geweldige ervaring te zijn, maar ik stel me zo voor, dat binnenkomen in Rocamadour, dat zeer spectaculair tegen de kliffen gebouwd is, even bijzonder is.


Ondanks de wetenschap dat het 34 graden zou worden, besloot ik gisteren al een etappe te gaan lopen, startend vanuit het pittoreske rode dorpje (Collonges-la-Rouge) naar Quatre Routes du Lot, een bescheiden etappe van 10 km, maar genoeg op zo’n warme dag. John bracht me rond 10 uur weg en we hadden afgesproken dat hij me s”middags ergens weer op zou pikken.


Terwijl ik Collonges uitliep hoorde ik de kerkklokken luiden en voelde ik me een echte pelgrim. Ik weet natuurlijk al langer dat de omgeving rondom Collonges prachtig is, maar alles was vandaag nog een beetje mooier. De vogels die met me mee vlogen, het konijntje dat ik tegenkwam en de zwetende boer op zijn traktor. Opgetogen bereikte ik het volgende dorpje. Lichtelijk vermoeid plofte ik neer op een bankje en zag op mijn klok dat ik nog maar 45 minuten gelopen had. Ach, die banaan had ik toch verdiend. In het dorpje ging ik natuurlijk even het 12-eeuwse romaanse kerkje in. Het rook er naar kippen.


Ik vervolgde mijn route naar Cavagnac, om de schitterend gelegen “onze lieve vrouwen kerk” te bezoeken. Het kon allemaal niet op. Zonnebloemvelden, prachtige uitzichten. Ik kwam zelfs 4 andere pelgrims tegen.

Al snel hierna bereikte ik het eindpunt van de etappe, Quatre Routes du Lot. Maar ik wilde helemaal nog niet stoppen, ik was los! Ik belde John om te zeggen dat ik nog door ging. Ik zou hem nog wel laten weten waar hij me op moest pikken. “Heb je nog wel genoeg water Maja?”. “Jaja, dat komt goed, dat vind ik wel ergens hier”.


Na een tijdje besloot ik om te lopen tot Martel, vroeger een belangrijke etappe op weg naar Rocamadour. Dat zou nog 9 kilometer zijn, dat moest te doen zijn. Ook al had ik dus helemaal niet genoeg water meer. Zelfs helemaal geen druppel. Na enkele kilometers werd het me duidelijk dat ik aan zelfoverschatting had geleden. Ik kan namelijk helemaal niet zonder water! Maar je bent een pelgrim of niet. Bij het eerstvolgende huis, waar ik een teken van leven zag, klopte ik aan en de vriendelijke vrouw gaf mij zonder een moment van twijfel zoveel water als ik wilde. Op mijn klompen bereikte ik Martel.


Wordt vervolgd, hoop ik!

195 weergaven2 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page